10 vragen voor .. Rob Wessels!
1. Dit telt als 1 vraag: Wat is je leeftijd, gewicht, lengte, maximum hartslag, rustpols, hoe lang ben je al HWV'er en welk fietsmerk rij je?
Ik ben 32 jaar oud, 86 kg (volslank) schoon aan de haak en ben 1.87 lang. Mijn max hartslag zit rond de 200 en mijn rust rond de 45. Ik denk dat ik nu zo’n 10 jaar lid van HWV ben. Ik rij op een Giant TCR (racefiets) en een Ghost Lector (mountainbike).
2. Hoe ben je begonnen met wielrennen?
Toen ik 15 of 16 jaar oud was gingen Bert Lip en ik naar een schaatstraining van Houstreek. Ik ben toen blijven schaatsen en skeeleren en Bert is toen volledig op het fietsen gaan richten. Fietsen is altijd een training voor mij geweest zolang ik wedstrijden reed op de schaatsen en skeelers. Toen ik stopte met wedstrijden wilde ik wel in wedstrijd verband blijven sporten. Dus ben ik wedstrijdjes gaan fietsen. Ik trainde toen al veel met Bert, Gerko en Dennis Amsink, Jeroen Wemekamp, Han Peeneman etc. Zij reden allemaal wedstrijden en zo ben ik erin gerold. Maar volledig focussen op één sport heb ik nooit meer gedaan.
3. Welke (sport)prestatie ben je het meest trots op?
Ik denk de Nederlandse titel bij de C-rijders (zeg maar de amateurs A bij het wielrennen) op de skeelers in 2005. Het jaar ervoor reed ik voor het eerst wedstrijden en werd ik in Otterlo 3x gelapt door het peloton. Dat vond ik zo erg dat ik vanaf dat moment snoei hard ben gaat trainen met als resultaat de titel een jaar later. Daarna snel doorgeschoten naar de A rijders en daar heb ik aantal jaren als knecht rondgereden.
Op wielergebied was dat het jaar dat de broers Amsink nog meereden. Volgens mij in 2012. Dat jaar hadden we elke wedstrijd een top team aan de start staan die allemaal voor elkaar wilden rijden. Bert was toen oppermachtig in elke sprint waardoor we iedere wedstrijd konden bepalen en domineren. Was een machtig mooi gevoel.
4. Wat zijn je ambities voor dit jaar?
Veel mooie sportevenementen meedoen en fit blijven. In juli doe ik mee met NK halve triatlon en daar wil ik goed in vorm zijn. Verder wil ik in de wielerkoersen vooral slopen zodat de snelle jongens voor het podium kunnen gaan.
5. Als je een profkoers mag uitkiezen die je het liefst zou willen rijden, welke is dat en waarom?
Ik denk dat er maar één echte koers in het jaar is waar iedere wielerliefhebber naar uitkijkt en dat is Parijs-Roubaix. Een wedstrijd waarin zoveel kan gebeuren. Alles moet daar voor een renner kloppen. Het is een soort elfstedentocht. Het weer is daar een belangrijke factor en daar moet je een mindset hebben om door muren te willen gaan.
Ik moet het zelf vooral van het zware werk hebben dus als ik er één mag kiezen en winnen dan is het sowieso deze legendarische koers.
6. Wat is de langste afstand die je ooit gefietst hebt en wat is het verhaal daarachter?
Ik heb twee keer de Drenthe 200 gereden. De eerste en de derde editie. De Drenthe 200 is helse tocht van 200 km op de mountainbike in december. Beiden edities waren nat, koud en er was heel heeeel veel blubber. De eerste keer wisten we niet wat we voor onze kiezen zouden krijgen. Daar hebben we niet vol gas gereden maar door de kou en blubber was het desalniettemin onwijs zwaar. De derde editie was dec 2017. Daar hebben we met aantal jongens echt veel voor getraind. 1600 man aan de start en daar was het vanaf de start vol gas. 10 uur later kwam ik samen met Gerko Amsink (23e) als 24e over de finish. Alleen de omstandigheden waren zo zwaar dat ik er soms nog rillend van wakker wordt.
7. Wat is de vervelendste valpartij die je hebt gehad en wat was de schade?
Dat was tijdens een skeelertraining op de baan. We moesten tempo’s rijden en in de bocht werd ik aangetikt. Ik klapte vol op mijn hoofd en mijn helm was in drie stukken gebroken. De schade was dat ik er niet bepaald knapper op ben geworden. Dat kunnen de jongens vast wel bevestigen.
8. Stel, we trekken de sprint aan en de HWV-trein bestaat uit 6 blauw zwarte shirts. Op welke plek in de trein zit jij en waarom?
Ik denk dat ik het best uit de verf kom in de laatste twee a drie ronden. Dat zal de plek zijn voor de lead-out van de sprinter. Ik kan redelijk goed een rondje of twee a drie vol gas rijden. Ik mis de echte korte explosie van Bert of Arthur. Als één van die gasten het dan kan afmaken dat ben ik dik tevreden.
9. Wielrennen is afzien. Welk moment in je fietscarrière heb je het meeste afgezien en heb je daar nu nog last van?
Ik heb inmiddels veel momenten gehad dat ik niet meer wist wat voor of achter was. Maar mijn eerste echte ervaring van een hongerklop en denken dat je aan het sterven bent was tijdens mijn eerste fietstocht met Bert. Bert en ik doen wel vaker gekke sportieve dingen waar we achteraf spijt van krijgen maar volgens mij waren Bert en ik toen een jaar of 15 of 16. Bert belde mij na het avondeten op om nog een stukje te gaan fietsen. Hij reed op zijn eerste tweedehands racefiets en ik op een oude mountainbike. Met nul kennis over voeding en kleding gingen we op pad met één bidon water en in de korte broek en shirt. Echter na een 1,5 uur was ik aardig leeg en het begon al donker te worden. Toen sprak Bert de legendarische woorden: ‘ik weet nog een kortere route naar huis’. En als Bert dat zegt moet je nooit mee gaan.
Echter om lang verhaal kort te maken. Paar uur verder, ik was helemaal naar de kloten en dacht dat ik nooit meer thuis zou komen, zei Bert: volgens mij weet ik waar we zijn. Toen dook het bordje Dalen op. Mijn hoofd zei knak en Bert heeft mij naar Dalen moeten drukken waar wij bij mijn oom naar huis hebben gebeld met de vraag ons op te komen halen. Dus dames en heren. Ga je met Bert op pad en hij zegt een kortere route te weten…. GA NOOIT MEE!!!! Daar kan Han Peeneman zeker over mee praten.
10. Aan welk lid geef jij de pen door en heb je nog een specifieke vraag voor die persoon?
De vraag van Christaan was: "Wie is er dit jaar de dikste van de ploeg? Onderbouw je mening :P"
Nou de ‘dikste’ vind ik een lelijk woord. Daarmee kan je iemand kwetsen. Je kan beter vragen wie is het meest volslank of romigste van de ploeg. En daar is maar één antwoord op: Dat is Christaan. Hoe hard die jongen ook traint dat achterwerk blijft gewoon enorm.
Ik geef de pen door aan Han Peeneman en mijn vraag aan Han is:
Wat was jouw grootste knak moment in je wielercarrière. Misschien iets met 86kg zwaar en een BBQ rek in zijn hand? ????
Ik ben 32 jaar oud, 86 kg (volslank) schoon aan de haak en ben 1.87 lang. Mijn max hartslag zit rond de 200 en mijn rust rond de 45. Ik denk dat ik nu zo’n 10 jaar lid van HWV ben. Ik rij op een Giant TCR (racefiets) en een Ghost Lector (mountainbike).
2. Hoe ben je begonnen met wielrennen?
Toen ik 15 of 16 jaar oud was gingen Bert Lip en ik naar een schaatstraining van Houstreek. Ik ben toen blijven schaatsen en skeeleren en Bert is toen volledig op het fietsen gaan richten. Fietsen is altijd een training voor mij geweest zolang ik wedstrijden reed op de schaatsen en skeelers. Toen ik stopte met wedstrijden wilde ik wel in wedstrijd verband blijven sporten. Dus ben ik wedstrijdjes gaan fietsen. Ik trainde toen al veel met Bert, Gerko en Dennis Amsink, Jeroen Wemekamp, Han Peeneman etc. Zij reden allemaal wedstrijden en zo ben ik erin gerold. Maar volledig focussen op één sport heb ik nooit meer gedaan.
3. Welke (sport)prestatie ben je het meest trots op?
Ik denk de Nederlandse titel bij de C-rijders (zeg maar de amateurs A bij het wielrennen) op de skeelers in 2005. Het jaar ervoor reed ik voor het eerst wedstrijden en werd ik in Otterlo 3x gelapt door het peloton. Dat vond ik zo erg dat ik vanaf dat moment snoei hard ben gaat trainen met als resultaat de titel een jaar later. Daarna snel doorgeschoten naar de A rijders en daar heb ik aantal jaren als knecht rondgereden.
Op wielergebied was dat het jaar dat de broers Amsink nog meereden. Volgens mij in 2012. Dat jaar hadden we elke wedstrijd een top team aan de start staan die allemaal voor elkaar wilden rijden. Bert was toen oppermachtig in elke sprint waardoor we iedere wedstrijd konden bepalen en domineren. Was een machtig mooi gevoel.
4. Wat zijn je ambities voor dit jaar?
Veel mooie sportevenementen meedoen en fit blijven. In juli doe ik mee met NK halve triatlon en daar wil ik goed in vorm zijn. Verder wil ik in de wielerkoersen vooral slopen zodat de snelle jongens voor het podium kunnen gaan.
5. Als je een profkoers mag uitkiezen die je het liefst zou willen rijden, welke is dat en waarom?
Ik denk dat er maar één echte koers in het jaar is waar iedere wielerliefhebber naar uitkijkt en dat is Parijs-Roubaix. Een wedstrijd waarin zoveel kan gebeuren. Alles moet daar voor een renner kloppen. Het is een soort elfstedentocht. Het weer is daar een belangrijke factor en daar moet je een mindset hebben om door muren te willen gaan.
Ik moet het zelf vooral van het zware werk hebben dus als ik er één mag kiezen en winnen dan is het sowieso deze legendarische koers.
6. Wat is de langste afstand die je ooit gefietst hebt en wat is het verhaal daarachter?
Ik heb twee keer de Drenthe 200 gereden. De eerste en de derde editie. De Drenthe 200 is helse tocht van 200 km op de mountainbike in december. Beiden edities waren nat, koud en er was heel heeeel veel blubber. De eerste keer wisten we niet wat we voor onze kiezen zouden krijgen. Daar hebben we niet vol gas gereden maar door de kou en blubber was het desalniettemin onwijs zwaar. De derde editie was dec 2017. Daar hebben we met aantal jongens echt veel voor getraind. 1600 man aan de start en daar was het vanaf de start vol gas. 10 uur later kwam ik samen met Gerko Amsink (23e) als 24e over de finish. Alleen de omstandigheden waren zo zwaar dat ik er soms nog rillend van wakker wordt.
7. Wat is de vervelendste valpartij die je hebt gehad en wat was de schade?
Dat was tijdens een skeelertraining op de baan. We moesten tempo’s rijden en in de bocht werd ik aangetikt. Ik klapte vol op mijn hoofd en mijn helm was in drie stukken gebroken. De schade was dat ik er niet bepaald knapper op ben geworden. Dat kunnen de jongens vast wel bevestigen.
8. Stel, we trekken de sprint aan en de HWV-trein bestaat uit 6 blauw zwarte shirts. Op welke plek in de trein zit jij en waarom?
Ik denk dat ik het best uit de verf kom in de laatste twee a drie ronden. Dat zal de plek zijn voor de lead-out van de sprinter. Ik kan redelijk goed een rondje of twee a drie vol gas rijden. Ik mis de echte korte explosie van Bert of Arthur. Als één van die gasten het dan kan afmaken dat ben ik dik tevreden.
9. Wielrennen is afzien. Welk moment in je fietscarrière heb je het meeste afgezien en heb je daar nu nog last van?
Ik heb inmiddels veel momenten gehad dat ik niet meer wist wat voor of achter was. Maar mijn eerste echte ervaring van een hongerklop en denken dat je aan het sterven bent was tijdens mijn eerste fietstocht met Bert. Bert en ik doen wel vaker gekke sportieve dingen waar we achteraf spijt van krijgen maar volgens mij waren Bert en ik toen een jaar of 15 of 16. Bert belde mij na het avondeten op om nog een stukje te gaan fietsen. Hij reed op zijn eerste tweedehands racefiets en ik op een oude mountainbike. Met nul kennis over voeding en kleding gingen we op pad met één bidon water en in de korte broek en shirt. Echter na een 1,5 uur was ik aardig leeg en het begon al donker te worden. Toen sprak Bert de legendarische woorden: ‘ik weet nog een kortere route naar huis’. En als Bert dat zegt moet je nooit mee gaan.
Echter om lang verhaal kort te maken. Paar uur verder, ik was helemaal naar de kloten en dacht dat ik nooit meer thuis zou komen, zei Bert: volgens mij weet ik waar we zijn. Toen dook het bordje Dalen op. Mijn hoofd zei knak en Bert heeft mij naar Dalen moeten drukken waar wij bij mijn oom naar huis hebben gebeld met de vraag ons op te komen halen. Dus dames en heren. Ga je met Bert op pad en hij zegt een kortere route te weten…. GA NOOIT MEE!!!! Daar kan Han Peeneman zeker over mee praten.
10. Aan welk lid geef jij de pen door en heb je nog een specifieke vraag voor die persoon?
De vraag van Christaan was: "Wie is er dit jaar de dikste van de ploeg? Onderbouw je mening :P"
Nou de ‘dikste’ vind ik een lelijk woord. Daarmee kan je iemand kwetsen. Je kan beter vragen wie is het meest volslank of romigste van de ploeg. En daar is maar één antwoord op: Dat is Christaan. Hoe hard die jongen ook traint dat achterwerk blijft gewoon enorm.
Ik geef de pen door aan Han Peeneman en mijn vraag aan Han is:
Wat was jouw grootste knak moment in je wielercarrière. Misschien iets met 86kg zwaar en een BBQ rek in zijn hand? ????